Voorafgaand aan het nieuwe decreet werd eind 2015 een audit naar de werking van de CLB’s opgeleverd. Een aantal duidelijke knelpunten kwamen daarin naar voor. “In de eerste plaats legde de audit de nadruk op neutrale leerlingenbegeleiding. Van bij het begin hebben wij gesteld dat leerlingenbegeleiding niet afhankelijk is van een pedagogische visie, wel van de zorgnoden. Meer samenwerking betekent een efficiëntere inzet van de middelen op het onderwijsterrein,” zegt Kathleen Krekels. “In het nieuwe decreet wordt samenwerking vanaf 2023 een erkenningsvoorwaarde en dus verplicht. Als het van de N-VA afhangt wordt de werking netonafhankelijk, maar de verplichte samenwerking is al een stap in de goede richting.”

Wat de audit ook duidelijk aan het licht bracht, is de nood aan een duidelijke rolafbakening. Welzijn moet welzijnstaken doen. “De kernactiviteiten van de CLB’s worden nu duidelijk geformuleerd. CLB’s hebben in de eerste plaats een draaischijffunctie. De CLB’s leiden leerlingen naar meer gepaste hulp toe.”

Voor de N-VA is het essentieel dat de CLB’s zichtbaarder zijn in de scholen, en toegankelijker voor de ouders. Ook dat werd in de audit beklemtoond. “Artikel 11 van het nieuwe decreet bepaalt dat leerlingen bij het centrum terecht moeten kunnen voor en na de schooluren. Ook tijdens de schoolvakanties zullen er voldoende contactmomenten zijn.”

Onderwerpen