In het begrotingsjaar 2019 gaat er veel aandacht uit naar het basisonderwijs. “En dat is een goede zaak, ook al hadden we sommige strategische keuzes liever anders gezien,” licht Krekels toe. “Zo gaat er veel geld naar lonen wat zeker niet onbelangrijk is, maar voor meer dan 4/5 van de schooldirecteurs niet prioritair is. Prioriteit nummer 1 is wel hoe we de job van directeur draaglijker kunnen maken opdat er minder directeurs bezwijken. Directeurs zijn de spilfiguren in goed draaiende scholen. Directeurs in onze basisscholen zijn duizendpoten: hun takenpakket gaat van personeel begeleiden over veiligheidsplannen uitstippelen tot lesgeven. Het is dan ook goed dat we met deze regering 20 miljoen euro voorzien voor administratieve ondersteuning. Ik wil ons pleidooi herhalen om de middelen prioritair in te zetten op de ondersteuning in administratieve, pedagogische én beleidsmatige taken. Ook moeten we erop blijven toezien dat de papierberg krimpt in plaats van toeneemt.”

Ook leerkrachten kampen met het papieren monster. “We moeten werk maken van een werkbare loopbaan. Onderwijs is er dan wel voor onze leerlingen, maar gebeurt nog altijd door onze leraren. We moeten er te allen tijde voor zorgen dat we enthousiaste leerkrachten voor de klas behouden. Het grote tijdsonderzoek deed de alarmbel nog maar eens rinkelen. De Vlaamse regering voorziet 10 miljoen euro voor de werkdrukverlaging. Die middelen zijn broodnodig in de scholen, op de klasvloer. Ze mogen niet opgaan in structuren die leerkrachten zouden moeten ondersteunen, maar waar ze in de praktijk weinig van merken.”

“Het versterken van de kennis van de onderwijstaal, zeker nu meer leerlingen thuis een andere taal spreken, blijft belangrijk voor de toekomst van de leerlingen en voor de werkbaarheid van de leerkrachten dat leerlingen van het begin van hun schoolcarrière het Nederlands machtig zijn. Dat is de sleutel op de toekomst!”

Voor het M-decreet wordt nu nog eens 7 miljoen voorzien voor extra begeleidingseenheden. Voor de grondige evaluatie van medio 2019 zal het M-decreet constante opvolging en bijsturing vragen.

Tot slot vraagt Kathleen Krekels ook speciale aandacht voor de hoogbegaafde leerlingen, die net zoals kinderen met specifieke onderwijsnoden, ook de nodige aandacht behoeven. “We moeten de kennis over hoogbegaafden bij de leerkrachten versterken, hoogbegaafdheid als specifiek leerlingenkenmerk opnemen en een dragend en gedragen platform ontwikkelen waar alle informatie en materialen kunnen gebundeld en verspreid worden,” besluit ze.

Onderwerpen