Vanaf 1 september trad het M-decreet in werking in de Vlaamse scholen. Tegen het licht van de (inter)nationale eis naar meer inclusief onderwijs, moest het M-decreet het onderwijs voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften verder vormgeven. Het decreet werd verder uitwerkt in het ondersteuningsmodel dat twee jaar later, op 1 september 2017, uitgerold werd. “En de evaluatie ervan ligt vandaag op tafel,” zegt Kathleen Krekels. “Het evaluatierapport is heel belangrijk bij de opmaak van het nieuwe begeleidingsdecreet. Het huidige M-decreet wordt afgeschaft en vervangen door een realistische invulling van inclusief onderwijs.”

Meer dan ooit zetten we in op de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Dat bevestigt ook de commissie Struyf, net zoals de waarde en de noodzaak van het buitengewoon onderwijs. “Dat is een goede zaak. In het nieuwe begeleidingsdecreet moeten we werk maken van de knelpunten. Bovenaan het knelpuntenlijstje staat voor mij het creëren van draagvlak. Dat werd te weinig onderstreept in het rapport, maar is wel essentieel want mede daardoor is het M-decreet vastgelopen,” zegt Krekels. “Daarnaast komt ook het belang van netoverschrijdende samenwerking aan het licht en de nadruk op een meer efficiënte inzet van de middelen.”

Het rugzakprincipe wordt door de commissie Struyf in vraag gesteld omdat dit leidt tot een tweesporenbeleid: twee groepen die andere ondersteuningsvormen krijgen. De N-VA heeft steeds verdedigd dat kinderen met een verstandelijke, motorische, visuele of auditieve handicap via het rugzakprincipe begeleiding moeten krijgen. “Hun nood vraagt om specifieke hulp en dat willen we niet zomaar loslaten.”

Onderwerpen