Een samenvatting:

M-DECREET DECREET LEERSTEUN
overhaast ingevoerd zonder degelijke voorbereiding duidelijk en breed gedragen referentiekader voor kwaliteitsvolle ondersteuning 
inclusief onderwijs is de eerste optie gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon onderwijs als het nodig is
te weinig aandacht voor kwaliteitsvolle basiszorg stevig fundament van brede basiszorg
te weinig ondersteuning op de klasvloer geoormerkte middelen voor de pedagogische begeleidingsdiensten zodat de leerlingenbegeleiding effect heeft op de klasvloer
geen vertrouwen in de scholen en leerkrachten vertrouwen in de schoolteams en autonomie voor de klassenraad 
te weinig aandacht voor professionalisering ontwikkeling competentieprofiel + praktijkervaring voor ondersteuners 
overdiagnosticering en ongelijke behandeling omdat het ene CLB wel verslagen aflevert en het andere niet toezicht op de gelijke aflevering van verslagen die toegang geven tot ondersteuning door de inspectie
geen aandacht voor hoogbegaafde leerlingen erkennen en inzetten op zeer makkelijk lerenden en (uitzonderlijk) hoogbegaafde leerlingen die ook zorgnoden hebben 
geen statuut voor de ondersteuners ambt ‘leerondersteuner’ aangesteld en benoemd door het leersteuncentrum 
gemotiveerd verslag + verslag verslag dat leidt tot een gemeenschappelijk traject + verslag dat leidt tot een individueel traject
rugzakfinanciering voor de ‘kleine types’ (type 2, 4, 6 en 7) behouden

 

Brede basiszorg

Begin augustus verduidelijkte Kathleen Krekels via een podcast van Doorbraak de pijnpunten van het oude M-decreet. “Het gebrek aan draagvlak was de belangrijkste angel doordat het op de valreep en zonder degelijke voorbereiding werd doorgevoerd. Het M-decreet ging er ook van uit dat men in het onderwijs kon voortbouwen op kwaliteitsvolle basiszorg, maar die was er nog niet. Daar zal het nieuwe leersteundecreet volop op inzetten. Zo kunnen leerkrachten en ondersteuners proactief inspelen op ondersteuningsnoden en ondersteuningsvragen. En daardoor zullen we zeker stappen vooruitzetten op vlak van meer inclusie.”

 

Handicapspecifieke ondersteuning op de klasvloer

Het nieuwe decreet zal eenvoudiger, duidelijker en doeltreffender zijn. De middelen moeten op de klasvloer terechtkomen. Heel wat expertise op vlak van ondersteuning en begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is al voorhanden in het buitengewoon onderwijs. “Die handicapspecifieke ondersteuning blijft het uitgangspunt en blijven we waarborgen in het nieuwe decreet,” zegt Kathleen. “Bovendien zorgen we ervoor dat elk kind de nodige ondersteuning krijgt. De huidige verdeling van de middelen leidt immers niet tot evenwaardige ondersteuning. Dat komt omdat er teveel gediagnosticeerd wordt. We trokken al aan de alarmbel nadat de zorgvragen explosief toenamen. In de toekomst zal de inspectie toezien op het gelijk afleveren van de verslagen die toegang geven tot ondersteuning. Dat zal bijdragen aan een gelijke behandeling van onze leerlingen.”

 

Meer vertrouwen in de schoolteams

De eindbeslissing over de toelating tot het gewoon onderwijs zal bij de klassenraad komen te liggen. “Het was hoog tijd om het vertrouwen (terug) aan de klassenraad te geven. Zij hebben het beste voor ogen voor de totaliteit van de klas en alle leerlingen. Als de draagkracht van de klas overschreden wordt en de maatregelen ten koste gaan van de klasgroep, dan is het alternatief het buitengewoon onderwijs. Gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon als het nodig is. Dit gebeurt uiteraard in goed overleg met de ouders.”

 

Tot slot vergeet de conceptnota ook de leerlingen met extra uitdagingsnoden niet en waakt ze over een zo planlastluw mogelijke werking.

Onderwerpen